Wij hebben de hele dag (werken), De baby heeft vandaag niet (huilen), Ze hebben de hele avond (dansen), Hij heeft gisteren de hele dag (spelen), Waar heeft zij (werken)?, Wat hebben jullie maandag in de les (leren)?, De kinderen hebben tot 100 (tellen), Ik heb een hele week voor haar kat (zorgen), Heb ik teveel (betalen), Zij heeft gisteren een heerlijke pasta (maken), Ik heb gisteren een heel mooi kleedje (passen), De kinderen hebben mij gisteren allemaal (kussen), Heb ik teveel (betalen)?, Zijn zij 50 jaar (trouwen)?, De koningin heeft naar alle kindjes (zwaaien)?.

Perfectum regelmatige werkwoorden

Ranking

Estilo visual

Opções

Alterar modelo

Restaurar arquivo salvo automaticamente: ?