jan ligt in bed.____ligt in bed. sara heeft een hond. ____ heeft een hond. ik speel met Job. ik speel met ____. ik lees een boek in de tent. ik lees ____ in de tent. sara heeft een hond. de hond is van ____. de juf danst in de klas. ____ danst in de klas. de jongen zit op de stoel. ____ zit op de stoel. opa heeft een pen. de pen is van ____ joël eet graag pindakaas. ____ eet ____ elke dag. een meisje speelt in de tuin. ____ speelt op de schommel. jean fietst. ____ fietst. de fiets is van ____. fred speelt graag voetbal. ____ voetbalt elke dag. ____ is zijn favoriete sport. de kinderen maken muziek. de ouders vinden ____ mooi. mila geeft een brief aan haar broer. ____ geeft ____ een brief .

Verwijswoorden groep 3 Kern 10 #MeesterMax

Ranking

Estilo visual

Opções

Alterar modelo

Restaurar arquivo salvo automaticamente: ?