1) ik a) loop b) lop c) lopt d) loopt e) lopen f) loppen 2) u a) loop b) lop c) lopt d) loopt e) lopen f) loppen 3) ... jij? a) loop b) lop c) lopt d) loopt e) lopen f) loppen 4) jullie a) loop b) lop c) lopt d) loopt e) lopen f) loppen 5) jij a) prat b) praat c) praatt d) pratten e) praten 6) ... jij ? a) prat b) praat c) praatt d) pratten e) praten 7) wij a) prat b) praat c) praatt d) pratten e) praten 8) hij a) wont b) woon c) won d) woont e) wonen f) wonnen 9) ... jij ? a) wont b) woon c) won d) woont e) wonen f) wonnen 10) wij a) hoor b) hor c) horren d) horen e) hoort f) hort 11) u a) hoor b) hor c) horren d) horen e) hoort f) hort 12) ... jij? a) hoor b) hor c) horren d) horen e) hoort f) hort 13) jullie a) betaal b) betaalt c) betalen d) betallen e) betalt f) betal 14) jij a) betaal b) betaalt c) betalen d) betallen e) betalt f) betal 15) ... jij? a) betaal b) betaalt c) betalen d) betallen e) betalt f) betal 16) ik a) betaal b) betaalt c) betalen d) betallen e) betalt f) betal 17) ik a) vraag b) vraagt c) vragen d) vrag e) vragt f) vraagen 18) jij a) vraag b) vraagt c) vragen d) vrag e) vragt f) vraagen 19) ... jij? a) vraag b) vraagt c) vragen d) vrag e) vragt f) vraagen 20) hij a) vraag b) vraagt c) vragen d) vrag e) vragt f) vraagen 21) wij a) vraag b) vraagt c) vragen d) vrag e) vragt f) vraagen 22) ik a) leer b) leert c) leren d) ler e) lert f) leeren 23) jij a) leer b) leert c) leren d) ler e) lert f) leeren 24) ... jij? a) leer b) leert c) leren d) ler e) lert f) leeren 25) u a) leer b) leert c) leren d) ler e) lert f) leeren 26) hij a) leer b) leert c) leren d) ler e) lert f) leeren 27) zij (1 vrouw) a) leer b) leert c) leren d) ler e) lert f) leeren 28) het a) leer b) leert c) leren d) ler e) lert f) leeren 29) wij a) leer b) leert c) leren d) ler e) lert f) leeren 30) jullie a) leer b) leert c) leren d) ler e) lert f) leeren 31) zij (veel mensen) a) leer b) leert c) leren d) ler e) lert f) leeren

Clasament

Stilul vizual

Opţiuni

Comutare șablon

Restaurare activitate salvată automat: ?