1) Hoe heet je? 2) Wat is je voornaam? 3) Wat is je achternaam? 4) Kunt u uw naam spellen? 5) Waar kom je vandaan? 6) Waar woon je? 7) Wat is je adres? 8) Welke taal/talen spreek je? 9) Wat is je telefoonnummer? 10) Wat is je geboortedatum? 11) Hoe oud ben je? 12) Je collega zegt: "goedemorgen". Wat zeg je? 13) Je collega zegt: "tot morgen". Wat zeg je? 14) Wat is je nationaliteit? 15) Wie ben jij? 16) Hoe laat is het? 17) Hoe laat begint de les? 18) Heb jij broers of zussen? 19) Woon je al lang in Nederland? 20) Hoe oud is jouw broer?  21) Hoe heet de docent? 22) Waarom ben je in Nederland? 23) Hoeveel broers en zussen heb je? 24) Welke dag is het vandaag? 25) Welke maand is het? 26) Wanneer ben je jarig? 27) Hoe laat begint de les? 28) Hoe laat stopt de les? 29) Welke dag is het morgen? 30) Welke dag was het gisteren?

NiG H1 en H2 herhaling

Clasament

Stilul vizual

Opţiuni

Comutare șablon

Restaurare activitate salvată automat: ?