1) ik ... a) rijd b) rijdt c) rijden 2) jij ... a) rijd b) rijdt c) rijden 3) ...jij? a) rijd b) rijdt c) rijden 4) u ... a) rijd b) rijdt c) rijden 5) hij ... a) rijd b) rijdt c) rijden 6) wij ... a) rijd b) rijdt c) rijden 7) jullie ... a) rijd b) rijdt c) rijden 8) ik ... a) var b) vart c) varen d) vaar e) vaart 9) jij ... a) var b) vart c) varen d) vaar e) vaart 10) ...jij? a) var b) vart c) varen d) vaar e) vaart 11) u ... a) var b) vart c) varen d) vaar e) vaart 12) het ... a) var b) vart c) varen d) vaar e) vaart 13) jullie ... a) var b) vart c) varen d) vaar e) vaart 14) wij ... a) var b) vart c) varen d) vaar e) vaart 15) ik ... a) lopen b) loopt c) loop d) loppen e) lopt f) lop 16) jij... a) lopen b) loopt c) loop d) loppen e) lopt f) lop 17) jij...? a) lopen b) loopt c) loop d) loppen e) lopt f) lop 18) het ... a) lopen b) loopt c) loop d) loppen e) lopt f) lop 19) wij ... a) lopen b) loopt c) loop d) loppen e) lopt f) lop 20) jullie ... a) lopen b) loopt c) loop d) loppen e) lopt f) lop 21) ik ... a) fiets b) fietst c) fietsen 22) jij... a) fiets b) fietst c) fietsen 23) ...jij? a) fiets b) fietst c) fietsen 24) hij ... a) fiets b) fietst c) fietsen 25) u ... a) fiets b) fietst c) fietsen 26) wij ... a) fiets b) fietst c) fietsen 27) ik ... a) vlieg b) vliegt c) vliegen 28) jij ... a) vlieg b) vliegt c) vliegen 29) ....jij? a) vlieg b) vliegt c) vliegen 30) u ... a) vlieg b) vliegt c) vliegen 31) hij ... a) vlieg b) vliegt c) vliegen 32) het ... a) vlieg b) vliegt c) vliegen 33) jullie ... a) vlieg b) vliegt c) vliegen

Werkwoorden presens - vervoer

Clasament

Stilul vizual

Opţiuni

Comutare șablon

Restaurare activitate salvată automat: ?