wonen, zitten, liggen, staan, slapen, dromen, wakker worden, zich aankleden, zich wassen, handen wassen, douchen, tanden poetsen, haar kammen, wegen, koken, bakken, eten, afwassen, schoonmaken, grasmaaien, tv kijken, spelen, huiswerk maken, aanbellen.

NT2 woordenschat | wonen | werkwoorden 1

Clasament

Cărți aleatorii este un șablon deschis. Nu generează scoruri pentru un clasament.

Stilul vizual

Opţiuni

Comutare șablon

Restaurare activitate salvată automat: ?