ik val - Vallen, de trein rijdt - rijden, jij reist - reizen, de wielen draaien - draaien, de cursist kijkt - kijken, de ballon vliegt - vliegen, ik denk - denken, schijnt de zon? - schijnen, ik vlieg - vliegen,

Таблица лидеров

Визуальный стиль

Параметры

Переключить шаблон

Восстановить автоматически сохраненное: ?