1) Welke vervoeging is correct? ik... a) loop b) loopt c) lopen 2) jij a) zing b) zingt c) zingen 3) ..... jij? a) spring b) springt c) springen 4) Wij a) loop b) loopt c) lopen 5) jullie a) zwem b) zwemt c) zwemmen 6) zij (enk) a) vergader b) vergadert c) vergaderen 7) wij a) hang b) hangt c) hangen 8) zij (mv) a) geef b) geeft c) geven 9) jij a) kies b) kiest c) kiezen 10) hij a) zaagt b) zaag c) zagen 11) ik a) bel b) belt c) bellen 12) jullie a) fluit b) fluiten 13) wij a) vecht b) vechten 14) zij (enkelvoud) a) ga b) gaat c) gaan 15) ik a) vind b) vindt c) vinden 16) hij a) speel b) speelt c) spelen 17) ik a) kijk b) kijkt c) kijken 18) wij a) woon b) woont c) wonen 19) zij (mv) a) vloeken b) vloek c) vloekt 20) de trein a) stop b) stopt c) stoppen

werkwoordsvormen T.T.

Таблица лидеров

Визуальный стиль

Параметры

Переключить шаблон

Восстановить автоматически сохраненное: ?