(om 7 uur) opstaan, (kleren) uitzoeken, (mijn huid) insmeren, (mijn kleren) aantrekken, (de kinderen) wegbrengen, (de keuken) schoonmaken, (met een vriendin) afspreken, (de kinderen) ophalen, (een pakje) opsturen, (mijn broer) terugbellen, (mijn telefoon) opladen, (de was) ophangen, (de medicijnen) innemen, (de buren) uitnodigen, (brood) meenemen, (op Schiphol) aankomen, (de pannenkoek) omdraaien, (de straat) oversteken, (de opdracht) uitleggen, (voor het examen Luisteren) zich inschrijven, (het raam) opendoen, (mijn naam) opschrijven, (jas) ophangen, (adres) doorgeven, (een dikke jas) aanhebben.

Scheidbare werkwoorden - 2

Таблица лидеров

Случайные карты — это открытый шаблон. Он не создает баллы для таблицы лидеров.

Визуальный стиль

Параметры

Переключить шаблон

Восстановить автоматически сохраненное: ?