de identiteit - Wie je bent, met al je kenmerken, overtuigingen en ervaringen., de diversiteit - De verschillen tussen mensen, bijvoorbeeld in taal, cultuur of uiterlijk., de cultuur - De manier waarop mensen in een groep leven, denken en doen., de afkomst - Het land of de familie waar je vandaan komt., het gender - Of iemand zich man, vrouw, allebei of geen van beide voelt., de groepsidentiteit - Het gevoel dat je bij een bepaalde groep hoort., het standpunt - Wat jij vindt over een onderwerp., de opvatting - Een ander woord voor mening., het respect - Iemand waarderen en netjes behandelen, ook als die anders is., respecteren - Iemand met respect behandelen., waarderen - Iets of iemand goed vinden en dat laten merken., omgaan met verschillen - Op een goede manier contact hebben met mensen die anders zijn., de samenleving - Mensen die samen in een land wonen en met elkaar leven., de gelijkheid - Iedereen is even belangrijk en heeft dezelfde rechten., de solidariteit - Elkaar steunen, vooral als iemand het moeilijk heeft., de tolerantie - Ruimte geven aan anderen om anders te zijn of denken., inclusief - Met iedereen, niemand is uitgesloten., de samenwerking - Samen met anderen aan één doel werken., het vooroordeel - Een mening over iemand voordat je die persoon echt kent., de discriminatie - Iemand slecht behandelen omdat hij of zij anders is., het racisme - Iemand buitensluiten om zijn huidskleur of afkomst., uitsluiten - Iemand niet laten meedoen of ergens buiten houden., de ongelijkheid - Situatie waarin mensen niet dezelfde kansen of rechten hebben., uitschelden - Iemand pijn doen met woorden.,

diversiteit en identiteit NT2 | flashcards

Odštampaj
Ugradi

Tabela

Fleš kartice je otvoreni šablon. On ne generiše rezultate za tabelu rangiranja.

Vizuelni stil

Postavke

Promeni šablon

Vrati automatski sačuvano: ?