1) De buurman is jarig. Je hebt een uitnodiging voor het feest gekregen. Je weet niet welk cadeautje je mee moet nemen. Wat kun je doen? a) Je geeft een bos bloemen. b) Je geeft zijn vrouw een cadeau. c) Je gaat niet naar de verjaardag. d) Je neemt geen cadeautje mee. 2) Je gaat naar de verjaardag van de buurman. Hoe groet je hem? a) Je geeft drie zoenen en zegt: Gecondoleerd. b) Je geeft een cadeau en zegt: Alsjeblieft. c) Je geeft een hand en zegt: Gefeliciteerd. 3) Een Nederlandse vriendin is jarig. Je hebt geen uitnodiging gehad. Wat kun je het beste doen? a) Niets. Als zij jou niet uitnodigt doe jij ook niets. b) Je gaat morgen om 18.00 uur naar haar toe en blijft ook eten. c) Je stuurt een kaartje. 4) Wat doe je op een receptie? a) Je doet een spelletje op je telefoon. b) Je feliciteert het bruidspaar. c) Je stuurt een kaartje. 5) Je gaat op kraambezoek bij een collega. Hij heeft een dochter gekregen. Wat eten jullie? a) beschuit met blauwe muisjes b) oliebollen c) beschuit met roze muisjes d) taart met slagroom 6) Je bent 25 jaar getrouwd en geeft een feest. Welke kaart stuur je? a) een kaart met: Gefeliciteerd! b) een uitnodiging c) een kaart met: Geslaagd! d) een trouwkaart 7) Mijn oom is overleden. Morgen ga ik naar...... a) het kraambezoek b) de uitnodiging c) de begrafenis 8) Op............zijn veel mensen. Zij willen het bruidspaar feliciteren. a) de receptie b) de geboorte c) de uitnodiging 9) We hebben een nichtje gekregen. Volgende week gaan we op........... a) huwelijk b) kraambezoek c) receptie 10) Je ziet de achterkant van een kaart. Waarom stuurt Tessa deze kaart? a) Martin is geslaagd. b) Martin is jarig. c) Martin is geslaagd voor een examen.

KNM 2.4

autor

Tabela

Vizuelni stil

Postavke

Promeni šablon

Vrati automatski sačuvano: ?