Ik denk dat hij ziek is, De docent zegt dat we huiswerk moeten maken, Zij denkt dat hij vandaag wel komt, We denken dat het morgen regent, Ik hoop dat je morgen komt, Ik weet dat hij het heeft gedaan, Ze zegt dat hij heel intelligent is, Ik denk niet dat hij een goede docent is, We hopen dat het morgen mooi weer is, Denk jij dat het morgen gaat waaien?, Jullie zeggen dat we volgende week examen hebben, Ik denk dat hij moe is, Ze denkt dat zij alles beter weet, Zij zegt dat ze het antwoord weet, We denken dat hij de wedstrijd gaat winnen, Ik hoop dat alles goed met je gaat, Heeft hij gezegd dat hij komt?, Denk jij dat het goed komt?, Zegt zij dat ze ziek is?, Heeft de docent gezegd dat we huiswerk moeten maken?,

Indirecte rede met 'dat'

Tabela

Vizuelni stil

Postavke

Promeni šablon

Vrati automatski sačuvano: ?