Ik ben vorige week van Oostende naar Leuven ____. De ____ duurde anderhalf uur. Het was heel ____ op de autosnelweg, want het was zondag. Dan rijden er geen ____. Ik heb vorig weekend nog eens de tram ____. Amai, de stoelen in de tram zijn echt niet ____. De Belgische trams zijn ____, vind ik. Amai, ik heb gisteren wel 25 minuten op de bus ____. Er was een ____ gebeurd en daardoor was er 3 km ____. De politie is gelukkig ____ en daarna was het verkeer weer goed ____. In de ____ is het verkeer altijd druk en ____. Ik vind dat heel ____. 's Avonds vertrek ik pas rond 19.30u naar huis. Dan is het ____ al gedaan. Zijn de wegen in jouw land ____? In België zijn ze ____ in orde, maar niet altijd. In de kleine dorpen is de rijbaan soms ____. Dat is ____. Ik ga ____ met te voet of met de fiets dan met de auto. Ik neem ook liever het ____. De ____ van auto's zijn zo ____ voor ons. Als ik veel geld heb, koop ik misschien een ____ elektrische wagen.

Verkeer en transport: nieuwe woorden

autor

Tabela

Vizuelni stil

Postavke

Promeni šablon

Vrati automatski sačuvano: ?