bezit - Ben jij in het ............. van een rijbewijs?, blussen - De brandweer moest het vuur ............., kortsluiting - De brand was ontstaan door .............., ademhalen - Door de rook konden we nauwelijks ............, onwel - Mijn collega raakte door de rook .............. , bedrijfsarts - Als je ziek bent, moet je van je werkgever een afspraak maken met de ............, belanden - Kijk uit, je wil niet in het ziekenhuis ..............., evacuatie - De BHV-er zorgt ervoor dat de ............. snel verloopt., portie - Ik bestel bij de snackbar een ............... friet., frituren - De friet wordt in olie gebakken. Dat heet ..........., bevatten - Het zal wel heel veel calorieën .............., zuivel - Morgen eet ik weer gezond: fruit, groente en ..........., koolhydraten - En niet te veel ...............!, kwestie - Slank blijven is een ................ van gezond eten en voldoende bewegen.,

Tabela

Vizuelni stil

Postavke

Promeni šablon

Vrati automatski sačuvano: ?