Hij heeft een sigaret gerookt., Hij heeft zijn huiswerk gemaakt., Zij hebben een pizza gegeten., Ik heb een nieuwe jas gekocht., Ze heeft koffie gedronken., Ik heb met de trein gereisd., Wij zijn net verhuisd. , Ze heeft naar muziek geluisterd., Hij heeft vroeger een hond gehad., Ik ben jarig geweest.,

Memory perfectum

Tabela

Vizuelni stil

Postavke

Promeni šablon

Vrati automatski sačuvano: ?