1) In welk deel van de wereld ligt Nederland? a) Europa b) Zuid Amerika 2) Welk land ligt ten zuiden van Nederland? a) België b) Duitsland 3) Welk land ligt ten oosten van Nederland? a) België b) Duitsland 4) Welk land is groter: Nederland of Marokko? a) Nederland b) Marokko 5) Welk land is kleiner: Nederland of Turkije? a) Nederland b) Turkije 6) Wat betekent Nederland? a) laag land b) water land 7) Kijk naar de foto. Wat is dit? a) een dijk b) een haven 8) Wat gebeurt er met Nederland als er geen dijken zijn? a) Nederland krijgt meer regen b) Nederland staat onder water 9) Welke stad ligt in de Randstad? a) Eindhoven b) Utrecht 10) In Nederland, wonen daar veel mensen of weinig mensen? a) veel mensen b) weinig mensen 11) Wat is de hoofdstad van Nederland? a) Amsterdam b) Den Haag 12) In welke stad zit de regering van Nederland? a) Den Haag b) Rotterdam 13) Waar woont de koning van Nederland? a) Groningen b) Zuid-Holland 14) Waar ligt de grootste zeehaven van Nederland? a) Amsterdam b) Rotterdam 15) Hoe heet de nationale luchthaven van Nederland? a) Europoort b) Schipol 16) Waar ligt Schipol? a) Amsterdam b) Rotterdam 17) Wie helpt u als u in Nederland aankomt? a) de regering b) mijn partner 18) Is Nederland vaak droog of nat? a) droog b) nat 19) Als u naar Nederland komt, moet u dan opnieuw uw rijbewijs halen? a) ja b) nee 20) In Nederland, zijn de wegen daar druk of rustig? a) druk b) rustig 21) In Nederland, zijn daar veel fietsen of weinig fietsen? a) veel b) weinig 22) Wat is typisch Nederland in het verkeer? a) boten b) fietsen 23) Leven Nederlanders veel binnen of buiten? a) binnen b) buiten 24) Wat ziet u op het plaatje? a) de Koning van Spanje b) Willem van Oranje 25) Was de koning van Spanje katholiek of protestants? a) katholiek b) protestants 26) Hoe lang duurde de oorlog met Spanje? a) 8 jaar b) 80 jaar 27) Hoe lang bestaat de Nederlandse staat ongeveer? a) vijftig jaar b) vierhonderd jaar 28) Waren de VOC-schepen voor de handel of voor de visvangst? a) voor de handel b) voor de visvangst 29) Wie schilderde dit schilderij? a) Rembrandt van Rijn b) Willem van Oranje 30) Is er in Nederland scheiding van kerk en staat? a) ja b) nee 31) Door welk land is Nederland bezet tijdens de Tweede Wereldoorlog? a) Duitsland b) Engeland 32) Welke grote Nederlandse stad is in 1940 gebombardeerd? a) Amsterdam b) Rotterdam 33) Waarom is Anne Frank beroemd? a) Ze schreef een dagboek b) Ze was baas van een museum 34) Welke kolonie van Nederland werd onafhankelijk vlak na de Tweede Wereldoorlog? a) Indonesië b) Suriname 35) Uit welk land kwamen veel gastarbeiders? a) uit Engeland b) uit Turkije 36) Welke kolonie van Nederland werd in 1975 onafhankelijk?  a) Nederlandse Antillen b) Suriname 37) Wie zijn dit? a) koning Willem-Alexander en koningin Maxima b) prinses Beatrix en haar man Claus 38) Uit welk land komt koningin Maxima? a) Argentinië b) Duitsland 39) Hoe heet de kroonprinses? a) Amalia b) Beatrix 40) Is Nederland een democratie? a) ja b) nee 41) In welke stad zit het parlement van Nederland? a) Amsterdam b) Den Haag 42) Wat is de belangrijkste wet in Nederland? a) de grondwet b) het parlement 43) Wie is de voorzitter van de raad van ministers? a) de koning b) de minister-president 44) Wie vergaderen in deze zaal? a) de Eerste Kamer b) de Tweede Kamer 45) Hoe vaak zijn er verkiezingen in Nederland? a) elke vier jaar b) elke zes jaar 46) Hoe oud moet u zijn om te mogen stemmen in Nederland? a) 18 jaar b) 21 jaar 47) Heeft Nederland één politieke partij of meer politieke partijen? a) één politieke partij b) meer politieke partijen 48) Wat is de functie van deze man? a) burgemeester b) minister-president 49) Is discriminatie toegestaan in Nederland? a) ja b) nee 50) Hebben vrouwen in Nederland méér rechten dan mannen, of dezelfde rechten? a) dezelfde rechten als mannen b) meer rechten dan mannen 51) Mogen vrouwen in Nederland zelf kiezen met wie ze willen trouwen? a) ja b) nee 52) Is het discrimineren van homoseksuelen strafbaar of toegestaan in Nederland? a) strafbaar b) toegestaan 53) Heeft Nederland één staatsgodsdienst of of zijn er veel godsdiensten? a) Er is één staatsgodsdienst b) Er zijn veel godsdiensten? 54) Zijn de radio, kranten en televisie vrij in hun mening in Nederland? a) ja b) nee 55) Heeft Nederland veel televisiekanalen of is er één staatstelevisie? a) Er is één staatstelevisie b) Er zijn veel televisiekanalen 56) Is homoseksualiteit toegestaan of strafbaar in Nederland? a) toegestaan b) strafbaar 57) Is wapenbezit zonder vergunning toegestaan of strafbaar in Nederland? a) strafbaar b) toegestaan 58) Is vrouwenbesnijdenis toegestaan of strafbaar in Nederland? a) strafbaar b) toegestaan 59) Is het slaan van vrouwen toegestaan of strafbaar in Nederland? a) strafbaar b) toegestaan 60) Hebben alle mensen in Nederland hetzelfde geloof? a) ja b) nee 61) Welke taal spreken de mensen in Nederland? a) Duits b) Nederlands 62) Is het belangrijk om snel Nederlands te leren? a) ja b) nee 63) Wat leert u in de Nederlandse taalles? a) alle Europese talen b) de Nederlandse taal 64) Moet u voor een taalcursus betalen? a) ja b) nee 65) Wie betaalt de cursus? a) De school betaalt b) Ik betaal zelf 66) Gaan in Nederland alleen kinderen naar school, of ook volwassenen? a) alleen kinderen b) kinderen en volwassenen 67) Worden verjaardagen in Nederland gevierd? a) ja b) nee 68) Wat doen Nederlanders meestal als ze bij iemand op bezoek gaan? a) Ze gaan zomaar naar binnen b) Ze maken meestal een afspraak 69) Opa's en oma's in Nederland, wonen die bij hun kinderen of wonen ze apart? a) Ze wonen apart b) Ze wonen bij hun kinderen 70) Is het voor het leren van de taal goed om met kinderen naar de Nederlandse televisie te kijken? a) ja b) nee 71) Wie is in Nederland verantwoordelijk voor wat kinderen doen? a) de ouders b) de school 72) Hoe oud zijn de meeste kinderen in Nederland als ze naar school gaan? a) vier jaar b) vijf jaar 73) Vanaf welke leeftijd is onderwijs verplicht in Nederland? a) vier jaar b) vijf jaar 74) Tot welke leeftijd is onderwijs verplicht in Nederland? a) twaalf jaar b) achttien jaar 75) Leren kinderen als ze spelen? a) ja b) nee 76) Wie kiest in Nederland de school voor het kind? a) de gemeente b) de ouders 77) Zijn er in Nederland op school aparte klassen voor jongens en voor meisjes? a) ja b) nee 78) Dragen de kinderen in Nederland op school en uniform? a) ja b) nee 79) Wat kan deze jongen doen met een computer? a) alleen spelen b) spelen en leren 80) Voortgezet onderwijs, is dat voor kinderen vanaf vier jaar of vanaf twaalf jaar? a) vanaf vier jaar b) vanaf twaalf jaar 81) Gaan alle kinderen vanaf twaalf jaar naar hetzelfde soort onderwijs, of zijn er twee richtingen? a) Er is één soort b) Er zijn twee richtingen 82) Tot welke leeftijd moeten kinderen in Nederland naar school? a) zestien jaar b) achttien jaar 83) Vanaf welke leeftijd mogen jongeren hun eigen keuzes maken? a) vanaf zestien jaar b) vanaf achttien jaar 84) Is het verplicht om uzelf te verzekeren tegen ziektekosten? a) ja b) nee 85) Wie betaalt in Nederland uw verzekering tegen ziektekosten? a) de gemeente b) mijn partner 86) Als u ziek wordt, waar kan u in Nederland dan het beste eerst naartoe gaan? a) naar de huisarts b) naar het ziekenhuis 87) Waar haalt men in Nederland medicijnen op recept? a) bij de apotheek b) bij de drogist 88) Waar gaat u in Nederland in een noodgeval naartoe? a) naar de drogist b) naar het ziekenhuis 89) Waar werken de meeste specialisten? a) bij de huisartsenpost b) in het ziekenhuis 90) Voor wie is het consultatiebureau? a) voor grote kinderen b) voor kleine kinderen 91) Wie werken er in Nederland? a) alleen mannen b) mannen en vrouwen 92) Wanneer moet u werk gaan zoeken, zo snel mogelijk of later? a) zo snel mogelijk b) later 93) Waar is in Nederland steeds minder werk te vinden? a) in de industrie b) in de zorg 94) Waar is in Nederland veel werk te vinden? a) in de landbouw b) in de zorg 95) Waar is het in Nederland gemakkelijker om werk te vinden? a) in de beveiliging b) in de landbouw 96) Hoe vindt u in Nederland gemakkelijker werk, via de krant of via familie? a) via de krant b) via familie 97) Waar kunt u zich in Nederland inschrijven als u werk zoekt?  a) bij een school b) bij een uitzendbureau 98) Geeft men elkaar in Nederland bij een sollicitatie gesprek eerst een hand of gaat men direct zitten? a) Men gaat direct zitten b) Men geeft elkaar eerst een hand 99) Krijgt u in Nederland een uitkering of moet uw partner voor u zorgen? a) Ik krijg een uitkering b) Mijn partner moet voor mij zorgen 100) Is het leven in Nederland duur of goedkoop? a) duur b) goedkoop

Rankningslista

Visuell stil

Alternativ

Växla mall

Återställ sparas automatiskt: ?