Heb je gisteren boodschappen gedaan., Wat heb je gisteren in de supermarkt gekocht?, Heb je dit weekend gekookt?  Zo ja, wat heb je gekookt?, Ben je dit weekend naar een restaurant gegaan?, Wat heb je zaterdagavond gegeten?, Wat heb je vanmorgen bij het ontbijt gedronken?, Heb je gisteravond televisie gekeken?, Heb je een serie (een film) op Netflix gekeken?  , Welke film heb je in de bioscoop gezien?, Wanneer heb je huiswerk gemaakt?, Hoelang heb je gisteren gestudeerd?, Wat heb je zondagavond gegeten?, Heb je dit weekend met vrienden gepraat / gebeld / gemaild?, Heb je gisteren Nederlands gepraat?, Heb je weleens Nederlands eten gegeten?, Wanneer heb je deze week gesport?, Ben je in het weekend naar een café gegaan?.

INTT CP2 Spreekopdracht perfectum

av

Rankningslista

Visuell stil

Alternativ

Växla mall

Återställ sparas automatiskt: ?