1) Wanneer is jouw verjaardag? 2) Welke kleren heb je aan? 3) Wat heb je gisteren gegeten? 4) Wie wonen in jouw huis? 5) Noem drie groenten. 6) Wat eet je bij het ontbijt? 7) Hoe laat is het ? 8) Wat ga je morgen doen? 9) Wat is je achternaam? Hoe spel je dat? 10) Hoe heet de cursist naast jou? 11) Wat doe je in het weekend? 12) Wat eet je het liefst in een restaurant? 13) Wat koop je op de markt? 14) Welke stad vind je mooi? Waarom? 15) Doe je werk? Wat voor werk doe je? 16) Wat voor weer is het vandaag? 17) Noem drie soorten fruit. 18) Welk Nederlands woord vind je mooi?

Skor Tablosu

Görsel stil

Seçenekler

Şablonu değiştir

Otomatik olarak kaydedilen geri yüklensin mi: ?