1) Ik ken ... meisje, ...  a) een b) de c) het d) niks 2) dat erg van ... honden houdt. a) een b) de c) het d) niks 3) ... meisje, ... a) Een  b) De c) Het d) niks 4) heeft zelf ook ... hond. a) een b) de c) het d) niks 5) .... hond heet Waffer. a) Een b) De c) Het d) niks 6) Waffer is gek op ... botten. a) een b) de c) het d) niks 7) Elke week krijgt hij ... nieuw bot. a) een b) de c) het d) niks 8) ... bot begraaft hij, ... a) Een b) De c) Het d) niks 9) in ... tuin achter het huis. a) een b) de c) het d) niks 10) Daarna doet Waffer alsof hij geen ... bot heeft, ... a) een b) de c) het d) niks 11) en zeurt hij ... hele dag. a) een b) de c) het d) niks 12) Waffer houdt ook van wandelen. ... meisje en Waffer, .... a) Een b) De c) Het d) niks 13) gaan elke dag naar ... ander park in de stad. a) een b) de c) het d) niks 14) Waffer rent in .... park, ... a) een b) de c) het d) niks 15) en jaagt op ... vogels, ...  a) een b) de c) het d) niks 16) en ... muizen. a) een b) de c) het d) niks 17) Na .... uur wandelen, is Waffer moe, ... a) een b) de c) het d) niks 18) en gaan ze naar ... huis. a) een b) de c) het d) niks 19) Thuis gaat Waffer slapen in zijn mand bij ... verwarming. a) een b) de c) het d) niks

Wel of geen lidwoord? - 1

bởi
Nhúng

Bảng xếp hạng

Phong cách trực quan

Tùy chọn

Chuyển đổi mẫu

Bạn có muốn khôi phục tự động lưu: không?