Waar zitten je ogen? , Waar zit je neus?, Waar zit je mond?, Waar zitten je tanden?, Waar zitten je oren?, Hoeveel ogen heb je?, Hoeveel neuzen heb je?, Je hebt tien ..., Je hebt twee ..., Je buik zit tussen je ... en je ..., Je voeten zitten aan je ..., Je knieën zitten op je ..., Je tenen zitten aan je ..., je vingers zitten aan je ..., Je handen zitten aan je ..., Je billen zitten tussen je ... en je ..., Je buik is aan de ... kant en je rug is aan de ... kant., Je hebt ... op je hoofd., Op je voeten kan je ..., Op je billen kan je ..., Met je mond kan je ..., Met je oren kan je ..., Met de ogen kan je ..., Met je neus kan je ..., Met je handen kan je ....

Spreken - het lichaam A0-A1

Bảng xếp hạng

Thẻ bài ngẫu nhiên là một mẫu kết thúc mở. Mẫu này không tạo điểm số cho bảng xếp hạng.

Phong cách trực quan

Tùy chọn

Chuyển đổi mẫu

Bạn có muốn khôi phục tự động lưu: không?