Lidwoord (lw): de, het, een, Zelfstandig naamwoord (z.n.w.): jas, dier, vensterbank, tafel, gracht, publiek, Bijvoeglijk naamwoord (b.n.w.): rode, grote, vieze, oude, blauwe, lange, zachte, smalle, zware, lichte, Werkwoord (ww): loopt, leest, staat, schrijft, rijdt, kroop, herhaalt, tekent, Voorzetsel (vz): onder, tussen, naast, in, voor, tegenover, rondom, Persoonlijk / Aanwijzend Voornaamwoord (vnw): die, ik, iets, alles, degene, hetzelfde,

Lyderių lentelė

Vizualinis stilius

Parinktys

Pakeisti šabloną

Atkurti automatiškai įrašytą: ?