stapelen - dingen op elkaar leggen of zetten, veranda - een vloer en een dak aan het huis vast, maar zonder muren, zemen - met een dunne lap van leer of stof de ramen drogen nadat ze gewassen zijn, schoonmaak - in huis schoonmaken door te stoffen, dweilen, wassen, poetsen en stofzuigen, je voorstellen - vertellen hoe je heet en wie je bent, iets uitslaan (stofdoek) - hard zwaaien zodat het vuil eruit gaat, glimp opvangen - er even een klein stukje van zien, uit het zicht - niet meer te zien, ergens aanzitten - iets aanraken en voelen, naar voren leunen - naar voren gaan met de bovenkant van je lichaam zonder te vallen, zogenaamd - alsof, niet echt zo,
0%
Y4 hfst 1C
Share
by
Jos150264
3rd Grade
Nederlands
Edit Content
Embed
More
Leaderboard
Flash cards
is an open-ended template. It does not generate scores for a leaderboard.
Log in required
Visual style
Fonts
Log in required
Options
Switch template
Show all
More formats will appear as you play the activity.
Open results
Copy link
QR code
Delete
Continue editing:
?