fantastisch - Mijn vakantie naar Venetië was ...... , ervandoor - Ik moet ............, mijn trein komt zo., wanneer - Weet jij ............. de zomer begint?, zullen - ........ we een afspraak maken op 3 augustus?, rondje - Ik ben jarig, daarom betaal ik het eerste ....., afrekenen - Ober, kunnen we ..........?, ontmoeten - Leuk je te ..........!, vertel - Maar ...... eens wat over jouw familie!, spellen - Wat een moeilijke naam, kun je dat .....?, eigenlijk - Hoe laat begint de les ..... weer?,

Nederlands in Gang hoofdstuk 1 t-m 4

Leaderboard

Visual style

Options

Switch template

Continue editing: ?