1) In welke tijd staat de zin? Staat het onderwerp in het meervoud of enkelvoud? Juf Asther en juf Cindy geven les in het vijfde leerjaar.  a) Tegenwoordige tijd, enkelvoud b) Verleden tijd, meervoud c) Verleden tijd, enkelvoud d) Tegenwoordige tijd, meervoud 2) In welke tijd staat de zin? Staat het onderwerp in het meervoud of enkelvoud? Tine speelde afgelopen weekend mee in de musical.  a) Tegenwoordige tijd, enkelvoud b) Verleden tijd, meervoud c) Verleden tijd, enkelvoud d) Tegenwoordige tijd, meervoud 3) In welke tijd staat de zin? Staat het onderwerp in het meervoud of enkelvoud? Lars koopt nieuwe kleren.  a) Tegenwoordige tijd, enkelvoud b) Verleden tijd, meervoud c) Verleden tijd, enkelvoud d) Tegenwoordige tijd, meervoud 4) Welke soort zin is dit? Joepie! a) mededelende zin b) vraagzin c) uitroep 5) Welke soort zin is dit? Eet jij vanavond ook spaghetti?  a) mededelende zin b) vraagzin c) uitroep 6) Welke soort zin is dit? Het is bijna zomervakantie.  a) mededelende zin b) vraagzin c) uitroep 7) Tot welke woordsoort behoort het vetgedrukte woord? Maya heeft een mooie broek aan.  a) lidwoord b) zelfstandig naamwoord c) bijvoeglijk naamwoord d) werkwoord 8) Tot welke woordsoort behoort het vetgedrukte woord? Bert loopt 10 kilometer tijdens de marathon.  a) lidwoord b) zelfstandig naamwoord c) bijvoeglijk naamwoord d) werkwoord 9) Tot welke woordsoort behoort het vetgedrukte woord? De vogels brengen eten naar het nestje.  a) lidwoord b) zelfstandig naamwoord c) bijvoeglijk naamwoord d) werkwoord 10) Welke onderliggende begrippen horen bij het bovenliggend begrip 'de gerechten' ? a) de spaghetti b) de macaroni c) de fiets d) een aardappel e) de paella 11) Welke onderliggende begrippen horen bij het bovenliggend begrip 'de vervoermiddelen' ? a) de band b) de fiets c) de auto d) het vliegtuig e) een zadel

Voorbereiding taalbeschouwing

Leaderboard

Visual style

Options

Switch template

Continue editing: ?