de eerste schooldag - la rentrée, de reis - le voyage, de trein - le train, praten, spreken - parler, vertellen - raconter, uitleggen - expliquer, tijdens - pendant, geweldig - formidable, waardeloos - nul, vreselijk - terrible, het land - le pays, in / naar Nederland - aux Pays-Bas, in / naar Frankrijk - en France, in / naar België - en Belgique, in / naar Luxemburg - en Luxembourg, in / naar Duitsland - en Allemagne, in / naar Engeland - en Angleterre, in / naar Spanje - en Espagne, de broer - le frère, de zus - la sœur, de vriend(in) - l'ami (e), de jongere - le/la jeune, de vrijheid - la liberté, de berg - la montagne, het eiland - l'ile v, de zee - la mer, het vliegtuig - l'avion m, eerste - premier, première, want - car, (uit) eindelijk - enfin, ontmoeten - rencontrer, ontdekken - découvrir, het weer - le temps, het is mooi weer - il fait beau, het is slecht weer - il fait mauvais, het is 20 graden - il fait 20 degrés, het is koud - il fait froid, het is warm - il fait chaud, het hotel - l'hotel m, het zwembad - la piscine,

Frans 2HV blz 50 A en B Grandes lignes NL FR

Bảng xếp hạng

Thẻ thông tin là một mẫu kết thúc mở. Mẫu này không tạo điểm số cho bảng xếp hạng.

Phong cách trực quan

Tùy chọn

Chuyển đổi mẫu

Bạn có muốn khôi phục tự động lưu: không?