1) eten a) at b) aat c) eet d) atte 2) gaan a) gegaan b) ga c) ging d) geng 3) zijn a) is b) was c) war d) waas 4) hebben a) had b) haad c) heb d) have 5) schrijven a) schrief b) schrijf c) schreef d) schreev 6) kijken a) keek b) kijk c) kijkte d) kijkde 7) zoeken a) zoekt b) zocht c) kocht d) ziek 8) denken a) dronk b) dacht c) denkt d) docht 9) drinken a) dronk b) vond c) dank d) drinkte 10) blijven a) bleev b) blijfde c) blijfte d) bleef 11) rijden a) rijdde b) rijd c) reed d) rood 12) kopen a) zocht b) kocht c) koop d) koopte 13) vinden a) vond b) vind c) veed d) vondte 14) zien a) dacht b) zei c) zag d) zie

Les 10B - Imperfectum oef 3

аутор
Више

Табела

Квиз је отворени шаблон. Он не генерише резултате за табелу рангирања.

Визуелни стил

Поставке

Промени шаблон

Врати аутоматски сачувано: ?