Goedmaken - Als je ruzie maakt, dan moet je het daarna wel weer..., Gooien - Met jouw handen bijvoorbeeld een bal..., Grappig - Iets of iemand waardoor je moet lachen., Grond - Je loopt op dit., Hard - Ik kan jou heel goed horen. Jij praat ... genoeg., Hoog - Niet laag, maar...., Houden - Ik wil het niet weg geven. Ik wil het..., Idee - Als je iets denkt, dan heb je dit., Kloppen - Als je binnen wilt komen, dan moet je dit eerst., Krijgen - Als je jarig bent, dan ga je cadeautjes..., Leeg - Niet vol, maar..., Leren - Op school doe je dit., Maar - Dit zeg je als je iets anders denkt of wilt zeggen., Mogen - Niet moeten, maar..., Moment - Een stukje tijd.,

DISK - Woordenschat 16 t/m 30

Nhiều hơn

Bảng xếp hạng

Đảo chữ là một mẫu kết thúc mở. Mẫu này không tạo điểm số cho bảng xếp hạng.

Phong cách trực quan

Tùy chọn

Chuyển đổi mẫu

Bạn có muốn khôi phục tự động lưu: không?